De achttiende dag Zalk 87 km

Vanochtend rond 9.00 uur vertrokken we vanaf Lemmer. Wat aan de late kant. Maar met de komst van internet en een verbouw op school, ben je elke dag wel even met school bezig. Dus deze zaken afgerond. Van het programma met rekeningen is een app. Dat is er ook voor de personeelszaken. Maar daar klopt het wachtwoord niet van. En als ik deze verander, dan heb ik ook het programma op de laptop in de waar. Ook moet dan de ABC lijst gewijzigd worden en met mijn telefoon kan ik daar niet niet goed bij. Dus dat lukt niet. Moet dit weekend thuis maat. Een nieuwe bril zou ook wel helpen. Heb ik wel de pest over in, want ik moet met mijn oogafwijking 3 keer meten en evt naar Havelte voor het bijstellen van het prisma. Dus dat is een hele happening en kost veel tijd. Ik ben kerngezond, maar heb steeds gedoe moet onbenulligheden. Allergieën, netelroos, hooikoorts, mijn ogen, steeds terugkerende wratten op onmogelijke plekken. Klein leed, zullen we maar zeggen, met veel gedoe, Maar de ogen, dat is nu van latere zorg. 
Nu zitten we weer op de camping in Zalk. Daar zijn we met ons proefrondje in juni ook geweest. Keurige camping en een lekkere bank bij het toilet gebouw met stroom. Lekkere bank is niet het goede woord, een handige bank. (Heb na een uur een houten “kont”. ) Met, merken we nu, een pruimenboom. Ik wil niet zeggen dat ik me dik en rond heb gegeten aan de pruimen. Maar ik heb ze wel even goed geproefd. Heerlijk. Als ik de vruchten zo van de boom kan eten heb ik het minst last van allergie. 
Vanmorgen dus vertrokken uit Lemmer. Dik ingesmeerd in de zonnebrand crème, want de zon scheen al heel fel. Via het bos van Kuirne richting Emmeloord. Ivm met de hitte  nemen we de eerste de beste supermarkt. De Poises was de eerste winkel die we zagen. Ik was binnen en wist toen waarom ik een hele heb aan deze winkel. Niks kun je los krijgen. Het bruinbrood was al weer op. Ik zag op de kar nieuwe liggen. Ik vroeg er naar, maar kreeg een antwoord. “Lag nog niet in de toonbank, dus helaas.” Dan geef je me er toch nu een. Nee, eerst op de toonbank. Ik sta met open mond te kijken. Ligt er een bruin brood. Die wil ik kopen, maar er wordt geen enkele aanstalten gemaakt om deze dan aan mij te geven. Als winkel wil je toch spullen verkopen? Grommend, van zoveel onbenul kom ik de winkel uit. 
Zien we een mooi plekje om te eten valt de pot met pindakaas uit de fietstas. Je wilt niet weten wat voor troep pindakaas geeft. Maar je kan het ook niet laten liggen en iedereen er door laten fietsen. Op een gegeven moment is alles vies, de handen, de thee doek, de prullenbak, die er uitziet of dat iemand er op heeft gepoept. Enigszins gestrest eten we ons yoghurtje...
In de warmte fietsen we naar Nagele. Een voorbeeld van het nieuwe bouwen. Er is een museum en we hebben geluk, op donderdag tot zondagmiddag open. We moeten wel even wachten, want hij gaat om 13.00 uur open. Voor het museum is een Spar. Ik probeer daar een fles sparood te krijgen en een nieuwe pot pindakaas te scoren. De pindakaas lukt wel, sparood is op. Er is geen mineraalwater meer. Dan zie ik druiven voor 1,25 de kilo. En ik neem daar een tros van mee. Dan moet ik voor de druiven en de pindakaas bijna 5 euro betalen. Ik vraag om een bon. ”Doen we hier niet aan”. Met veel gezeur krijg ik een bon. Zie ik dat de druiven voor 4,95 zijn aangeslagen. Ik vraag de jongen om even mee te kijken. Mopperend loopt hij mee en zegt gezeur. Eind van het liedje is dat ik €2,75 terug krijg.  Het loont dus de moeite om op te letten. Heb ik bijna bij alle Sparwinkels gehad onderweg. Nooit klopte de bon en altijd in mijn nadeel. Maar als je elke keer rond een 5 euro boodschappen doet en het is altijd voor 1 euro fout....
Het museum is de moeite waard. Geeft een prachtige indruk van de geschiedenis. Eigenlijk hebben we veel te weinig tijd. We moeten echt nog een keer terug. Er is ook een museumhuis. Deze geeft een indruk van de woningen zoals ze in 1956 er uitzagen toen het dorp is gebouwd. 
Dan gaan we naar Schokland. Ook weer prachtig. We bezoeken ook daar het museum. De ijstijd en de mamoeten slaan we over. We gaan direct naar de geschiedenis van het Schokland zelf. Ook weer heel interessant. We moeten dit nog maar eens overdoen.
Dan moeten we nog flink aan de bak. Het blijkt dan nog wel 40 km te zijn naar Zalk. Inmiddels is het wel heel warm. Mijn blouse met lange mouwen die ik al jaren op het lijstje had staan voor tochten als deze en die ik steeds vergat, komt nu goed van pas. Compleet afgedraaid komen we op de camping. We blazen eerst wel een uur uit. Dan voor de meute aan douchen en rond half negen moeten we nog koken. We hadden geen puf voor een bezoek aan een winkel in Kampen. Te druk en te warm. Van alle restjes die we hebben en nog een blikje bruine bonen  met rijst maken we  wraps met sla. Heerlijk! Daar knap  je van op.
Op deze camping zijn veel jongeren. Maar elk met een eigen tent. Heel keurig. Ze pompen nu hier een luchtbed in de binnentent op met in het luchtbed ingebouwde pomp. Het luchtbed is zo groot dat ze het luchtbed in de binnentent doen en dan de meeslepen naar het stopcontact hier en dan pompen. Ze zijn erg vriendelijk, maar zoals gewoonlijk bij het drinken van een kopje thee of het eten van ons yoghurtje, weer kabaal om ons heen. 3,5 minuut zegt de jongen, Staat op de verpakking. De camping ligt in de hoek van de A 28 en de snelweg die de Noordoostpolder in gaat. Dus de hele tijd snelweg geluiden. Verder werken er boeren op het land dus ik denk dat ik ook combines hoor. En in de tent hoor ik de koeien in de hekken in de stal. 
Dus een rustige avond is het niet. Maar alle kinderen, die hier in grote getale zijn, zijn erg rustig en liggen in bed. Wat een verschil met de camping in Hitzum.
Morgen is het de laatste dag via de westzijde van de IJssel fietsen we naar Zutphen. Het wordt code rood. We zetten de wekker en zorgen dat we vroeg weg zijn. Het is nog 75 km. Ongeveer 5 a 6 uur fietsen. 

Reacties