Km 80 km



Zwaarte 🚴🏻♀️🚴🏻♀️
Bestemming Locquirec
Camping ⭐️⭐️
Diner 0asta met spercibonen
Weer☁️⭐️
Vanmorgen werden we beiden rond 7.30 uur wakker. Niet dat het ‘s avonds heel stil is op de camping. Maar hier is geen jeugd met veel kabaal. Dus meestal ergrustig en je slaapt dus zo in. Wel huilende baby’s ‘s nachts. En heel erg donker. We staan meestal, per ongeluk, onder een lantaarnpaal, maar deze keer niet en we merken als we even naar de wc gaan dat het aardedonkeris. Dan slaap je dus ook goed. Het is hier trouwens om 10 uur nog goed licht. Manlief denkt dat het aan de tijdzones ligt. Bretagne ligt ter hoogte van Harwich. Dat zoeken we thuis wel uit.
Kinderen zijn wel lang wakker. Gaan tegelijk met hun ouders op bed. Maar slapen lang ‘s morgens. We zien zelden een kind ‘s ochtends.
In de zon op een bankje voor de receptie hebben we ontbeten. Lekker hoor. We hebben prima weer, maar niet erg heet of zo. Dat hadden we vorig jaar wel. Dit is prima.
Dan gaan we weer op de fiets richting Morlaix. Eerst het dal uit en dan weer richting route. We moeten echt flink klimmen. Als we even stoppen komt nog geen 5 meter voor de fiets een ree. Hij schiet het bos weer in. Op dit pad komen we ook rijdende Pipo wagens tegen. Je ziet wel Pipo wagens op de campings, maar hier rijden ze met paarden er voor. Achterop hebben ze allemaal een ijzeren ring, als reserve denk ik voor het wiel.
Na 20 km fiks klimmen, wordt de weg anders. We dalen tot aan Morlaix. In een ommezien zijn we nu in het stadje. We halen een broodje en peuzelen deze onder wel driehoge spoorwegpoorten op. Een mooi gezicht. Dan gaan we dus niet voor de laatste 30 km naar Roscof, maar we gaan de route op. Voor het eerst deze vakantie zweet ik als een otter. Wat een klimpartijen. Als dit zo moet, dan weet ik niet of ik dit volhoud. Wat een klus. Maar gestaag gaan we door. Het uitzicht is schitterend. Blauwe lucht, groene zee, soms rotsen, soms strand. Een lust voor het oog. Weten dat we nog 1500 km voor de boeg heb, kan ik niet op elk strand zwemmen. Dus we buffelen door. Rond 17.00 uur zijn we in Locquirec. We gaan op zoek naar een supermarkt. We vragen bij de tourist info. By car 10 minutes. Maar we zijn niet By car. Er schijnt nog een klein winkeltje te zijn. Daar kopen we yoghurt, gepelde tomaten in blik en diepvries sperziebonen.
Dan gaan we richting camping.we hopen dat er plaats is. Het is hier nu wel hoogseizoen. Maar er is plek en voor de prijs van €10, 44. De 0,44 is de tax. Om precies te zijn 0,22 p.p.p.n. Geen geld😉
Op de camping nemen we de tweede helft van de fromage blanc. Slepen we dus de hele dag mee. Voor de eiwitten doen we er een hand pinda’s door. We zijn enigszins uitgeblust. De rote was wel heftig. We hebben wel 600 meter geklommen. Gelijk de zwaarste route. 14% klimmen. Dat is best heel wat. Dan kan de rest alleen maar meevallen. We vonden het al extreem zwaar. Pas nu zie we de kaartjes in het boekje met de hoogte verschillen. Qua voorbereiding gesproken. We zitten nu even flink met de neus in de route kaartjes. Elke dag 90 km gaan we op deze manier niet redden.
Dan gauw douchen en even de camping verkennen. Jammer genoeg begint het te regenen. Maar we zijn slangenmensen. We kruipen door de tent alsof het niets is. Opgevouwen snijd ik onder men knieën door de de snijplank de uien, courget en tomaat. We koken ivm regen binnen. Met op de achtergrond discomuziek, want bij de animatie is een mechanische rodeo stier en de bedoeling is dat er een wedstrijd wordt gehouden wie het langst op de stier kan blijven zitten. Je moet je er iets bij voorstellen als op de kermis. Gelukkig is de presentator wat tam en is het geluid niet oorverdovend. Maar wel tot 22.45 uur.....
Het is niet anders en mensen genieten. Wij zitten opgevouwen in ons tentje met een kopje thee. Gezellig.
Nog even een up date over mijn vinger: de afgelopen twee dagen was het topje weer warm en dik. Ik voelde me ook niet lekker. Maar nu gaat het weer prima. Er waren voor het eerst weer zelfs rimpels van de kou te zien net als bij de andere vingers. Ik moet hem niet stoten, want hij blijft pijnlijk. Maar hij ziet er niet meer rood en gezwollen uit.
De meneer van de stier doet zijn best. Maar het publiek is wat wonderlijk. In Nederland zou, als iemand van de stier valt, iedereen lachen en joelen. Of als mensen er lang op blijven zitten aanmoedigen. Hier doet het publiek niets. Zegt niets, kijkt alleen, hele vreemde gewaarwording.
Reacties
Een reactie posten