25/7 van Lagrauliere naar Meyronne

Weer: 34 graden in de schaduw
Km: 75
Diner: pasta met courgette, tonijn en tomatensaus
Camping: €17,00( met een euro korting ivm de slechte plek😉

Wat een hitte vandaag! Ben bijna apatisch. Ik kan erg slecht tegen de hitte. Vandaag was het erg zwaar. De streken waar we tot nu toe door fietsen waren groen, maar we zijn nu zo langzamerhand in de Dordogne. Het is waar je kijkt geel. In de bossen zijn de varens en andere struiken geel. In het boekje staat ook dat het een subtropisch klimaat heeft. Op zich tijdens het fietsen was het als je maar niet te veel in de zon fietsen ook nog wel lekker. Een heerlijk windje. Maar in de zon en stijgen? Vreselijk.
De wekker hadden we om 5.30 uur gezet en om 6.45 uur fietsen we vande camping weg. Het was koud en ik heb tot 8 uur met mijn jas aan gefietst. De route was schitterend. Glooiend, weiden met bruine koeien, af en toe mais of zonnebloemen. Randen met bomen en struiken. Veel appels, peren en pruimen, maar helaas nog niet rijp? Fruit direct van de boom kan ik wel eten, maar als het in de winkel heeft gelegen niet. Het schijnt dat de eiwitten dan veranderen en daar heb ik dan weer last van. Gisteren hebben we een paar handen vol met bramen gegeten. Uitzonderlijk zoet. Dat beloofd nog wat, want waar je kijkt zien je bramen. Als het maar niet te droog wordt, anders wordt het niets. 
De eerste uren ging het fantastisch. Af en toe een klimmetje en veel op hoogte fietsen. Daarna moesten we langs een lange afdaling. Net als we er aan willen beginnen zien we een bord met baree. Gestremd. Dat is dan wel ingewikkeld hier, want het kaartje uit mijn boekje voorziet niet zo in een alternatieve route. We gokken het er maar op. Of althans, ik gok het er maar op. Manlief gaat morrend mee. Wat als we terug moeten.... Dan gaan we toch gewoon terug. Ze zijn hier ook van laks met de bordjes weghalen na een klus. We gokken maar. Na een paar honderd meter begin ik hem ook te knijpen. We gaan zo eindeloos ver de diepte in. Je zult, maar terug moeten. De afdeling duurt minuten lang. Ze zijn inderdaad met de weg bezig geweest. Er ligt een nieuwe grindlaagop. Dat maakt afdalen nog spannender. Maar na 20 minuten komen we inderdaad zonder haperingen in het stadje Donzenac. Ik kneep hem ondertussen wel. Ik dacht ook een keer dat mijn fiets wel in de lift paste. Manlief zei van niet en dat was ook zo. Dus halverwege zat ik vast in de lift op een station, terwijl we de trein moesten hebben. Nou heb ik nog nooit mee gemaakt dat mensen niet meer uit een lift kwamen, dus ik was niet in paniek of zo, maar het geloei van het alarm is zo vreselijk. Dat stopte pas toen er iemand kan om te helpen en dat duurde nog wel even
Maar zonder kleerscheuren bereiken we Donzenac. Een prachtig middeleeuws stadje. We kopen er een volkorenbroodje. Maar eerst maken we het brood van gisteren op. Met een plakje komkommer en een plakje ei doen we net alsof het een tapas maaltijd is. 
Verkwikt klimmen we weer op onze stalen rossen, voor een volgende etappe. Een zwaar  moeizaam stuk, dwars door de stad Brive-la-Gaillarde. Zoals gewoonlijk in een stad is de route moeizaam. Wegomleggingen, kabel aanleg ect. En vervolgens een klim van 6 km grotendeels in de brandende zon. We maken de etappe niet helemaal af. Om 11.30 uur legt Manlief het loodje en we belanden in een weiland tussen de opgedroogde koeienvlaten. We nemen onze lunch van rijst met courgette en sla. We kregen gisteren van de buurvrouw een salade voor bij het eten. Zij had te veel. We zeggen uiteraard nooit nee en hebben genoten van de Ceasarsalade met veel geitenkaas. Erg lekker. Vandaar dat onze sla in de lunchbak belandde. Met de vers gesneden plakken volkorenbrood van de bakker een ware traktatie. Door de warmte kun je alleen wat groente en fruit goed houden. We eten dus geen boter, geen kaas, geen vlees. De Fromage Blanc kopen we ‘s middags bij de camping en leggen we op de grond in de schaduw bij de tent. Dan gaat het. De winkels zijn klein, dus toch geen literbakken, maar kleine handzame porties. 
Na een half uurtje gaan we toch maar weer verder. De volgende stad is Martel. Er is een camping, maar qua afstand voor de volgende dag niet handig. Dus we moeten eigenlijk 10 km verder. We rijden inmidels over een soort plateau. Het is warm, want het bijna 13.00 uur. Ik denk dat we hier op de camping belanden. Martel blijkt een leuk stadje te zijn, met een klein supermarktje. Ik koop een fles mineraal water met citroen en was Fromage Blanc onder een boom op een muurtje eten we. Het blijkt nog 10 km te zijn met een klein klimmetje en een forse afdaling. We bestijgen de stalen rossen weer voor de laatste etappe. Het klimmetje blijkt een klim, maar verder valt het mee. En zo staan we rond 15.30 uur op de camping. Met een opgetogen gemoed dat aan deze etappe een eind is gekomen stuiter ik de receptie binnen. Vraag om een klein plekje voor een nacht. Blijkt de camping vol......
Ik zag als een opblaaspop in elkaar. Dat ziet de campingbaas ook. Om een lang verhaal kort te maken......We hebben de mooiste en grootse plek van de camping. We staan op het volleybalveld. Super toch!










Reacties