De tweeëntwintigste dag van Sees naar Bernay 75 km

In de beschrijving stond dat de vorige twee dagen het zwaarst zouden zijn. Ik vraag het mij af. Het was vandaag  nog steeds klimmen en dalen. Niet een paar keer een klim, maar of klimmen of dalen. En dan ga je bij het dalen flink meetrappen om zover mogelijk weer de berg op de komen. En uiteraard, ook deze keer geldt: het venijn zit hem in de staart. De klim naar de camping was nog wel een afschuwelijk kuitenbijtertje. We hadden de kans om boodschappen te doen, maar dachten dat we dat later nog wel zouden kunnen gaan doen. Dus moeten we noodgedwongen toch nog weer de berg af en op de terugweg weer omhoog.
De camping is echt een municipal. Je hebt er alles. Het is schoon. Een gemeenschappelijk waslijn. Praktisch. Hoe komt het toch dat ik steeds moet denken aan de voormalig DDR? Verder geen kraak en smaak aan. Wat maakt de ene camping gezellig en de ander gewoon niks? Maar goed we zitten op de camping en er staan heggen en we hebben ons tent in een punt staan, zodat we uit de wind zitten. Er zijn geen picknicktafels, maar wel een grote ruimte met een koelkast en magnetron. Helaas geen waterkoker. Dat zou helemaal top zijn. We hebben inmiddels een nieuwe waterkoker. Precies dezelfde. Thuis bij pa en ma wel te verstaan. Via marktplaats en de meneer was zo vriendelijk om deze even te brengen. Helemaal super toch. De waterkoker is van een soort zacht plastic. Als je hem laat vallen is hij niet gelijk stuk. Dat maakt hem zo'n fijn ding. En wat is het toch bijzonder dat je vanaf je vakantie plek marktplaats kunt bekijken en dan contact kunt hebben en vervolgens een nieuwe regelt. Dat doet me denken aan vroeger. We zijn in de tachtiger jaren naar Hongarije geweest. Het bellen was een hele happing. Een lange rij voor de enige telefoon die de camping rijk was. En kort bellen omdat er mensen zaten te wachten. 
Nu app je en heb je Facebook en kunt ter plekke de foto's delen. Mijn moeder had een fototoestel met een rolletje. Daar kon je dan acht foto's mee maken. We poseerden net zo lang tot we allemaal goed zaten. Mama bedacht van te voren wat ze wilde fotograferen. En nu klik je maar raak. Tijdens het fietsen lukt mij dat niet zo goed. En zeker met het klimmen en dalen niet. Het klimmen vraagt te veel energie en bij het dalen is het te gevaarlijk. Vandaag ook, gingen we zeker een paar keer met wel 40 km de berg af. Moet je ook nog stoppen, omdat er een kruispunt is. Er is bijna geen verkeer. Maar je kunt het risico niet lopen om net door te rijden terwijl er een auto aankomt.
Soms vragen mensen heb je er er wel zin aan om te schrijven. Elke dag. Ik vind het heerlijk en het is leuk om de stukjes later nog eens terug te lezen. Mensen kunnen meelezen als ze dat willen. Het hoeft niet. Sommige vinden het leuk en anderen vinden het zulke lange teksten. Het schrijven is ook een ordening van alle indrukken. Ik kan niet alles beschrijven. Ik probeer elke dag ongeveer 30 minuten te schrijven. Het is ook een voor van discipline. Gewoon na het eten zitten gaan en schrijven. De ene keer lukt het beter dan de andere keer. En er is stof te over. Je ziet zoveel en er gebeurt elke dag weer genoeg waar je je over verwondert of verbaast. Ik had kunnen schrijven over de dassen. Ik heb nu voor de vierde kee een dode das aan de kant van de weg zien liggen. Het afstappen vraagt net even te veel,tijd en energie. Maar als ik er weer een zie zal ik een foto maken. Ik heb eigenlijk nog nooit en levende das gezien. Achteraf denk ik dat een keer op weg naar school ook een das heb zien liggen aan de kant vannde weg. Ik durfde het beest niet aan te raken. Het was groter dan een ree, het zou een hond geweest kunnen zijn, maar ik zag geen kop. Die lag over het lijf. Nu weet ik zeker aan de kleur en de vorm te zien dat het een das is geweest. Die zie je toch bijna niet in Nederland.
Ik zou ook nog kunnen schrijven over de Engelse meneer die ons gisteren bij de tank aanspraak en het verhaal van de bevrijding van deze streek vertelde. Hij woonde nu n Frankrijk en vond de toestand in Engeland verschrikkelijk. Of ik zou nog kunnen schrijven over over de campingmevrouw. Ze ziet er om door een ringetje te halen uit. Een keurig kapsel en een goed postuur. Ze oogt jong. Er liep een klein meisje rond en die leek wel wat op haar. We raakten aan de praat. Het was haar kleindochter. Het had ook haar dochter kunnen zijn. Ze wees op een wohnmobiel en daar zaten een stel kinderen en mannen. Allemaal veel te dik. In hemden met getatoeëerd armen. Totaal niet in overeenstemming met deze dame. Je begrijpt er niets van. 
Ik zou ook nog uitgebreid kunnen schrijven over de prachtige vertalingen in het Nederlands hier op de camping.Wat vind je van deze: " De gootstenen zijn geen prullenbak blikjes." En zo nog een paar.
Ik had ook nog kunnen schrijven over de jeuk op mijn hoofd. Sinds twee dagen hebben ik vreselijke jeuk op mijn hoofd. Gelukkig onder het haar. Ik dacht werst vliegenbulten, maar die zijn tegenwoordig bij mij na een dag weg. En het wordt nu steeds erger. Ik dacht ook aan de processierups. We zijn natuurlijk de hele dag buiten en in de natuur. Toen bedacht ik me dat het misschien wel hoofdluis kon zijn. Een collega van school had dit voor de vakantie ook. Manlief heeft me tijdens de koffie vanmorgen  op een bankje, uiteraard voor een kerk, helemaal bekeken. Hij ziet wel rode bulten en veel schilders, maar geen luizen of neten. Het was denk ik wel een wonderlijk gezicht, mensen die voorbij kwamen draaiden zich helemaal om. 
Ik kan ook allergisch zijn voor de shampoo of voor de fietshelm. Ik was ook allergisch voor mijn kunststoffen elleboogspalk, toen ik mijn elleboog had gebroken een paar jaar terug. Ik begin maar met het stoppen van de shampoo. De helm is voorlopig een must. Nog 10 dagen dan zijn we weer thuis. Zo erg is de jeuk nu ook niet. Het is te dragen. Dus nu met ongewassen haar naar bed.

Weer: heel koud, rond de middag zon, 's avond zwoel
Camping: €10,50
Diner: pasta met tomatensaus en kaas, salade
Km: 75



Reacties