"Meisje, een kleiner verzet gebruiken, je maakt je zelf veel te moe." Erg grappig dat iemand me meisje noemde onderweg. Wanneer zou dat voor het laatst gebeurd zijn?
Het was best weer een pittige dag. Zwaarder dan gisteren. We moesten langzaamaan stijgend omhoog en met toch of en toe een klimmetje. Tijdens zo'n klimmetje kwam mij een oudere man achterop. Hij fietste met een hartslagmeter. Daarmee voorkwam hij dat hij te moe werd. Was ook wel wat voor mij, zei hij. Ik wees hem naar Manlief en zei dat hij het tempo bepaalde. Volgens hem was dat niet zo. Dat is de zwakste schakel en dat was ik in dit geval. Hij fietste door naar Manlief en die kreeg het verhaal ook nog eens te horen. Maar bij de volgende klim ben ik toch weer in kleiner verzet gaan fietsen en dat gaat dan toch beter.
Ik moet even stoppen, want we moeten voor de derde keer naar binnen. Het regent weer. Niet veel, maar genoeg om nat te worden. Het scheelt een stuk als je wat dunner bent. Ik klauter in en uit de tent alsof het mijn dagelijkse yoga oefeningen zijn. Ga kamperen in een klein tentje en je bent de hele tijd in touw. Naar het toiletgebouw voor water halen of water weg brengen. Tandenpoetsen, douchen, afwassen, groenten spoelen, waterkoken, kruipen in en uit de tent. Je beweging krijg je dan wel.
De ochtend begon vroeg. We waren om 6 uur wakker en besloten op te staan om zo voor de warmte toch een flinke ruk gefietst te hebben. Eerder konden we wat sneller, maar nu met onze gezonde ontbijtjes duurt het wat langer. Ten eerste om ze te maken en ten tweede om ze op te eten. Ik moet echt langer kauwen.
Maar om 20 over 7 zaten we op de fiets. Het was bewolkt en wat frisjes. Heerlijk fietsweer. De grote stad is altijd wat lastig. De beschrijving is soms wat ingewikkeld, maar nu met de Garmin reden we in een keer de stad uit. Troyes is groter dat we dachten. Het bleek dat we nog lang niet alle vakwerkhuisjes hebben gezien. Maar na een uur rijden we weer op het rustige platteland, waar de boeren druk in de weer zijn met de oogst, kalkstrooien en kippenmest verstrooien. Het landschap is wat kleinschaliger dan de vorige dagen. De machines zijn ook kleiner. En dus de graansilo's ook.
Ik moest na een uurtje ontzettend nodig naar de wc. Natuurlijk kan het in de vrije natuur, maar een wc is soms prettig. Ik werd op mijn wenken bediend. In een klein onooglijk dorpje was een bar open. Dat is een unicum. Zo'n bar waar na de tweede wereldoorlog niets meer aan is gedaan. Afgezien van een gokautomaat die geplaatst is. Heel erg leuk om te zien. Je waant je in een andere tijd. We kochten een kopje koffie en ik heerlijk naar het toilet. Dat was wel een bijzonderheid. Een gat in de grond en dan op de hurken. Ze hadden wel spoeling, maar er was ook ruimte voor een emmer water. Het was een ware belevenis en een opluchting.
De koffie smaakte heerlijk en het fietst beter zonder aandrang. Rond half elf nemen we een echte pauze. We hebben er dan al 35 km opzitten. Manlief en ik voeren een discussie over de definitie van een fietsvakantie. Volgens Manlief is het een vakantie waarin het gaat om fietsen. Vakantie houden is fietsen. Mijn definitie is vakantie hebben en de fiets als vervoersmiddel gebruiken. Dat betekent ook af en toe iets kunt bekijken en volgens Manlief doe je dat op een ander soort vakantie.
We gaan verder en de lucht wordt donker. Er is pas voor de avond regen voorspeld, maar het lijkt er op dat het stevig wil gaan regenen. Dat valt gelukkig mee en weer hebben we geluk.
We waren net toe aan een pauze en we zochten een bankje. Die vonden we en ook ernaast een bushokje. Een half uurtje houden we pauze en dan is de regen, die bestond uit een paar druppen, ook weer over.
De zon breekt door en we fietsen verder. Het venijn zit echt weer in de staart. Als de zonschijnt is het warm, heel warm. En we moeten ook een heel stuk klimmen. En dan gaat het toch weer mis. Gelukkig had Manlief nu ook zelf last van papbenen. Dus we eten het laatste restje chocola en de delen een banaan. Ik heb er schoon genoeg van. Ik vond 60 km mooi. Daar was toen ook een camping. Maar nee hoor, we gaan weer voor de 90! Manlief is zo druk met het zoeken van een camping op zijn Garmin dat hij de bordje voor zijn neus niet ziet en we tot overmaat van ramp ook nog een stuk sightseeing Auxerre doen. Grote voordeel is dat ik de supermarkt en de camping zie en vervolgens braaf achter Manlief aan fiets die echt de route van de Garmin volgt. Apatisch beland ik bij de camping. Ik leg het picknick kleed neer en vlij me op het kleed. Niet van voornemens om hier het eerste uur vanaf te komen. Na een uurtje nemen we nog een boterham en een douche. We trekken wat bij, maar moeten vervolgens naar de winkel. De Garmin gaat weer aan en nu rijden we in 5 minuten naar de Adac. We eten rijst vandaag en kopen we ons bekende lijstje. Manlief doet de fietsen alvast van slot en ik rekenmaf.mDe lucht is hartstikke donker en we spoeden ons naar de camping. Net op tijd voor de bui, die overigens weer meeviel. Als het droog is gaan we koken. Dat betekent in de tent, uit de tent. Als het eten klaar is gaan we toch maar buiten eten. We houden het net droog. Het toetje en de thee doen we maar weer binnen.
We zijn te moe om nog weer de stad in te gaan. Ik had niet gedacht dat Auxerre zo'n grote bijzondere stad was. Maar heb geen energie meer voor een bezoekje stadscentrum. We gaan vroeg naar bed. De dag was weer lang genoeg.
Morgen arriveren we in Vezelay. De kerk waar ik ook altijd naar toe ga als ik in de herberg ben. Ik kijk er naar uit. Pelgrimeren op de fiets lukt me niet zo. Misschien helpt het als de omgeving ook wat anders is dan een camping achter het voetbalstadion.
Weer: bewolkt, zon, eind van de middag 29 graden
Km: 90 km, heuvelachtig, zwaar
Camping: €13,70
Diner: veganasi met salade
Reacties
Een reactie posten