De achtiende dag van even voor Tours tot Montsoreau 78 km

Wat er precies aan de hand was vannacht weet ik niet, maar ik heb toch gedroomd. Zo'n droom waar je zo moe van bent als je wakker wordt.
Ik moest dus even bij komen van het slapen. Manlief was zoals gewoonlijk al weer vlot uit de veren en toog met de waterkoker onder de arm al naar het toiletgebouw voor warm water. 
Even later was hij al terug. Heel snel voor mijn gevoel. "Ze zitten in de washokken zonder stroom." Dat is niet handig dacht ik, want nou hebben we geen warm water voor de koffie. "En het komt door ons. "  Ons dacht ik, ons... hoezo? Manlief laat de waterkoker zien en bij het stukje dat het snoer uit de koker komt kringelt nog rook omhoog. Dat is balen, want we zijn erg gek met ons waterkokertje. We kunnen natuurlijk op ons gaspotje ook water koken, maar dat is juist zo lastig want dan moet je ook een pan en zo regelen. Die moet dan komen uit de nest met pannen en dan heb je alles weer overhoop liggen. 
Dus het waterkokertje is me wel heilig. En heeft nu dus de geest gegeven. Een vervelend begin van de dag.
We pakken de zaak in en zitten om half negen op de fiets. Maar dan hoor ik een piep. En als je er op gaat letten hoor je deze steeds vaker en steeds harder. We stoppen en Manlief trekt en sjort wat. Het mag niet baten en de piep blijft. Ik denk aan vorig jaar. Manlief heeft toen ook wel een week gefietst met een piep. Toen bleek zijn achteras gebroken.  Het geeft zo'n gedoe. Op zoek naar een fietsenmaker en dan een vinden die de piep ook hoort. Wat een begin van de dag. Ik moet er niet aan denken. 
Na 7 km zijn we in Tours en staan we voor de kathedraal. En voor de kathedraal is een pleintje. We laden alles van mijn fiets en ik fiets een rondje. Nu horen we het duidelijk. Het zit bij stuur. Manlief haalt alles los en zet het opnieuw vast. Ik ga de kathedraal bekijken, want ik kan toch niet helpen. Ik kan tot mijn geluk een stempel krijgen in mijn credentional. 
Als ik terug kom, mag ik weer een rondje fietsen en het lijkt er op dat de piep weg is. We besluiten eerst koffie te gaan drinken. Het is nu toch al laat. Dan komen nog twee vrouwelijke fietsers bij ons zitten. Het blijken Nederlandse dames te zijn. Ze hebben gefietst van Tours naar de Pyreneeën en via het binnenland weer terug. Ze hebben dagen over en zijn aan het bedenken wat ze nu gaan doen. We komen aan de praat. Ze werken in het onderwijs. De grootste klik ontstaat als ze de waterkoker zien staan op het pleintje tussen onze rotzooi. Ze hebben ook een waterkoker en zijn er laaiend enthousiast over. Ze koken er soep in, boontjes, rijst en van alles. Volgens hen moet je alleen uitkijken dat je soep niet laat aanbranden aan de ringen die er onder in zitten. Iedereen verklaart hun voor gek, maar ze zijn erg blij met hun koker. Zij hebben ook nog een benzinebrander mee. Maar dat vinden ze zo'n  gedoken. Ik heb het nog nooit geprobeerd soep koken in een waterkoker, maar inderdaad dit lijkt me wel handig. Moet je natuurlijk wel een waterkoker hebben  die het doet.
Om 11 uur stappen we op de fiets. 7 km staat er op de teller... Dat schiet niet op! 
We besluiten om nu even flink door te trappen. We moeten bijna 80 km fietsen en het is zo al om de middag. Verstand op nul en blik op oneindig. We maken ons even flink kwaad en binnen no time hebben we 45 km op de teller staan. De route gaat over een dijk en we vangen dus veel wind en veel zon. Gelukkig is het niet te warm, maar gewoon lekker. 
De magen knorren en we eten onze salade. In plaats van bonen dit keer een pasta. Ik heb de indruk dat ik op eiwitten niet zo goed fiets als op koolhydraten. Dat blijkt, want na de middag fietsen we ook zonder problemen nog 30 km. Dan zijn we in Avoine.  Volgens mij betekent dat havermout. Maar dat zie je niet aan het dorp of zo. Er is een Carrefour en besluiten nu al in te slaan en ook voor morgen, omdat het dan zondag is. Wat zijn landen verschillend, want in Duitsland kun je op zaterdagmiddag niets meer krijgen. En hier is de winkel gewoon open. Tot mijn grote vreugde hebben ze hier abrikozen en ook weer havermout. Dat is erg zeldzaam in Frankrijk. Maar dat ligt zeker aan de naam van het stadje. Ook hier is inmiddels een ritueel. Manlief vindt alles te zwaar. Ik bevecht elke tomaat en wortel. We moeten voor twee dagen inslaan. Dan heb je ook echt wel wat nodig. De vorige zondag staat me nog in het geheugen gegrift. Als je veel moet fietsen en je hebt niet genoeg te eten bij je is gewoon waardeloos. Als compromis gok ik er op dat er wel een bakker open is. We kunnen twee keer warm eten. We hebben 4 eieren, een zak extra wortels, wat bananen. Plus genoeg voor twee keer pasta. Me dunkt. Maar Manlief vindt het te veel. Als hij niet oplet leg ik gauw nog twee appels tussen de boodschappen en nog een fles bronwater. Uiteraard past alles nog in de fietstassen. De abrikozen doen we zo in het bakje voor abrikozen, de havermout past prima in de bus bij het restje. En de oploskoffie past ook gewoon in de bus. Een teken dat deze bijna leeg was.
Het argument dat we ook alles qua gewicht mee moeten is natuurlijk pine nuts. Vanavond en morgenvroeg eten we al heel veel op. Dus er blijft maar een klein beetje over. We weten die allebei en toch elke keer in de winkel bij alles wat in het mandje komt: Is het echt nodig? Nee, is niet nodig... de havermoutbus is leeg en het is niet nodig dat hij gevuld wordt. Nee, geen pasta nodig, we gaan uit eten vanavond? Koffie is op en we drinken vanaf nu alleen water.... 
Dan moeten we nog 12 km. Het is mooi weer, want ik fiets sinds Tours al in mijn sportbh. We reden de stad uit, heel bijzonder zo ben je in de drukte en zo ben je uit de stad, en ik denk omdat het zaterdag is, dat er veel mensen aan het sporten zijn. Ik zie iedereen in sport outfit, dus ik ook maar.
We hebben wel de hele dag een stevige wind tegen. Maar met alle extra koolhydraten voelt het aan als een eitje.
Rond 16.00 uur zijn we op de camping in Montsoreau. Elke keer is de camping een verrassing. Soms valt het mee en soms tegen. Het is maar voor een nacht. Maar als de camping leuk is, is het wel een feestje. Dit keer een prachtige camping. Er is een speciale plaats voor fietskampeerders. Een mooie overkapping met koelkasten. Eventueel zelfs bedden. En stopcontacten. En picknicktafels. Douches waar je net zo lang onder mag als je wilt. Heerlijk warm water en een zwembad. Wat een geluksdag. Ik ga zelfs twee keer zwemmen. Voor het eten en voor het slapen. Echt vakantie. 
En het leukste ben ik helemaal vergeten te schrijven. Ze hebben een kruidentuin. Iedereen mag plukken waar je zin in hebt. We eten dus pasta met basilicum en tijm. Op de salade bieslook. En ik doe in mijn fles bronwater munttakjes. Ook drinken we vanavond muntthee. Heerlijk! Wat een goed einde van de dag.

Weer: zon, maar niet te warm, veel wind, uiteraard tegen
Km:  78 km, vlak, langs de rivier over de dijk 
Camping: Blois € 19,50
Diner: pasta met kaas en salade met veel kruiden





Reacties

  1. Op het pleintje met de cathedraal in tours moesten wij schuilen voor een enorme hoosbui. Paul en ik stonden dicht tegen de deur aan van de cathedraal. Liam in regenpak en in fietskar midden op het plein. Na de bui terug naar liam (10 meter verderop). Zat hij doorweekt in de kar, fietskar was tegen deze bui niet bestand

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat een verhaal! Dat zijn mooie anekdotes ! Kun je op teren. Maar het weer is in deze streken dus nooit zo geweldig? Roos had hier ook al zulk slecht weer. En we hebben prima fietsweer maar het houd niet over!

      Verwijderen

Een reactie posten